Site-archief
Stedentrip naar Valencia dag 1 en 2

Plaza de La Virgen met de kathedraal
Vorige week zijn we naar de Spaanse stad Valencia geweest. Na deze warme stedentrip was het met twintig graden verschil een frisse thuiskomst. Maar we kijken terug op vier heerlijke dagen in deze mediterrane stad aan de oostkust van Spanje.
Maandag 3 oktober
Vanaf Eindhoven vertrokken we met Transavia naar het vliegveld van Valencia. Na slechts 2,5 uur vliegen en een taxirit van 20 minuten arriveerden we in het Petit Palace Germaines. In een karakteristiek steenrood pand dat vroeger vast een belangrijke functie had lag onze thuisbasis voor vier dagen. Een hotel met een moderne, nieuwe inrichting. Dat gold ook voor onze kamer die bovendien netjes en schoon was. Een voortreffelijk werkende, stille airco en geen geluidsoverlast van het verkeer. Allebei erg belangrijk voor een goede nachtrust. Dit hotel ligt dan ook in een tamelijk rustig stadsdeel.
Deze eerste dag maakten we een wandeling in de nabijgelegen wijk. Wat ons opviel was de verkeersdrukte. Nu geldt dit voor elke beroemde stad maar in Rome , waar we vorig jaar waren, hadden we op straat toch meer rust ervaren. Ook was het moeilijk om ons in Valencia te oriënteren, dat was vast even wennen. Die avond aten we in de Paprika natural bistro. De hippe inrichting en de vitrine met heerlijke taarten zorgden voor een gezellige binnenkomer. Kunstig getekende letters op krijtborden met allerhande teksten en een ober met een perfect gestylde baard maakten het plaatje van deze gezonde eettent compleet. Op het menu staan voornamelijk biologische gerechten met gezondheidstoppers als Quinoa, avocado, wokgroenten en linzen. Er wordt veel gebruik gemaakt van glutenvrije, lactosevrije en vegetarische ingrediënten. Maar de steak die manlief bestelde smaakte er niet minder om en mijn wokschotel met quinoa, garnalen en een misosaus was heerlijk. Beslist een aanrader als je van goed en vers eten houdt.
Dinsdag 4 oktober
Ons ontbijt de volgende ochtend in het hotel was eveneens niet te versmaden. Verschillende verse sapjes, fruit, noten, gazpacho en verschillende kazen en vleeswaren waren nog maar een klein gedeelte van het uitgebreide ontbijtbuffet. Een eigentijdse inrichting van verschillende stoeltjes en moderne lampjes maakten het gezellig.

Turia stadspark van Valencia
De fietstour
Na het ontbijt namen we de bus naar een van de drie opstapplaatsen van Valencia bikes. Met een Nederlandse gids maakten we een fietstocht langs diverse hoogtepunten van Valencia. Onze fietstocht ging voornamelijk door de drooggelegde rivier de Turia die dwars door Valencia loopt. Hier is een 10 kilometer lang park van gemaakt met veel palmbomen, vijvers, kunst en sportvelden. Het fietspad dat hier doorheen loopt omzeilt het drukke verkeer van Valencia.

Ingang van het stadspaleis waarin het keramiekmuseum is gevestigd.
We fietsten naar de Plaza de La Virgen. Dit pleintje ligt in het oude centrum van de stad waar tapasrestaurantjes in de schaduw liggen van de kathedraal en de basiliek. Via het keramiekmuseum dat aan de buitenkant al een kunstwerk op zich is, ging de tocht richting de hypermoderne stad der kunst en wetenschappen. Het gedeelte met kunstzinnige gebouwen in sciencefictionstijl ligt in het zuiden van Valencia. Het steekt door zijn voornamelijk witte uitstraling fel af in het zonlicht. Het blauwgroene water rondom weerspiegelt een Valencia dat in een Star Trekfilm niet zou misstaan. Daarnaast ligt het Océanografic, een park met voornamelijk zeedieren als vissen, krokodillen en pinguins. Door het Turiastadspark met zijn palmen en sinaasappelbomen, fietsten we weer terug naar de startplaats.

Palais de les Arts
Goedkoop dagmenu
De fietsgids had ons geadviseerd om een dagmenu te gaan eten. Dat is een traditionele lunch die uit drie gangen bestaat en waarvoor je per persoon maar tussen de 9 en 12 euro betaalt. Nabij het oude centrum hadden we een gezellig terras gevonden. Jammer dat de jonge ober geen enkel woord Engels sprak maar met handen en voetenwerk probeerde hij ons toch duidelijk te maken wat we gingen eten. Ondanks zijn moeite was het toch een complete verrassing. Maar we genoten van deze Spaanse lunch waarbij we, heel aardig, met een Limoncello van het huis werden verrast.
Het oude centrum
Nadien liepen we terug naar de Plaza de La Virgen waar we de basiliek en de kathedraal bezochten. Ook beklommen we de El Miguelete klokkentoren tot 51 meter hoogte. Bovenop de toren hadden we een schitterend uitzicht over Valencia. Hierna bezochten we het keramiek museum dat gehuisvest is in een 18e eeuws paleis. We waren meer onder de indruk van de prachtige deftige ruimtes vol rijkdom, dan van de tegeltjescollectie.

Prachtige fresco’s in het stadspaleis waar ook het keramiekmuseum in is gevestigd.
Tegen de avond streken we neer op het terras van Hendrick’s place waar we allebei een echte sangria bestelden. Heerlijk!

De klokketoren die we hebben beklommen op de Plaza de la Reina
Geen Spaanse taal, geen Spaanse tapas
Inmiddels was het alweer donker geworden en moesten we zoeken naar een tapasbar. De app die bij de stadsgids ‘100% Valencia’ hoort zou ons wel naar een van de betere eettentjes leiden, maar dat viel behoorlijk tegen. De genoemde horeca was inmiddels verdwenen en daarvoor in de plaats waren eenvoudige snackbars gekomen.
Uiteindelijk hebben we toch een tapasbar gevonden. Veel personeel, weinig klanten in een felverlichte zaak. Het was inmiddels half negen maar we werden geacht nog twintig minuten te wachten vooraleer we tapas konden bestellen. Dan maar even een wijntje vooraf. Maar na een half uur kregen we nog steeds geen tafeltje toegewezen. Blijkbaar zaten ze niet te wachten op toeristen want ook hier was de Spaanse taal de enige taal die er gesproken werd. Toen zijn we maar bij de buren gaan eten waar de bediening wel snel en vriendelijk was. Het werden geen tapas maar wraps bij Hollywood, een Amerikaans fastfoodrestaurant. Helemaal niet slecht, maar niet bepaald een Spaanse specialiteit. Toen wij om 22.00 uur de zaak verlieten zat het naburige tapasrestaurant vol met eters.Laat dineren op de avond is een van de dingen die wij van de Spanjaarden wel nooit zullen begrijpen.Wordt vervolgd!
Rondje Rotjeknor
Je zou er misschien niet zo snel aan denken: een dagje Rotterdam maar deze stad heeft genoeg te bieden om je te vermaken. Ja, ook als de regen wederom met bakken uit de hemel valt, zoals we gewend zijn in deze zomer. Deze havenstad met moderne Erasmusbrug en strakke skyline oogt als het New York van Nederland.

Erasmusbrug
Als kind ben ik hier in Brabant opgegroeid tussen de Rotterdammers. Aan de overkant van ons huis logeerden vroeger doordeweeks Rotterdamse schoolkinderen in een zogenaamd gezondheidskoloniehuis en op de nabijgelegen camping kampeerden voornamelijk Rotterdammers in stacaravans en tenten. Die kwamen in Brabant voor de schone lucht, hun rust en de natuur. Rotterdam zou daarom niet veel bijzonders zijn aangezien het in die tijd ook nog de bijnaam Rotjeknor had. Maar inmiddels weet ik wel beter. Rotterdam heeft veel te bieden voor de dagjesmensen maar ook een heel weekend is het hier goed toeven.
De markthal
We parkeerden de auto in de parkeergarage onder de Markthal. De hal die bekend staat om zijn kleurrijk plafond van 11.000 m2 is daarmee ook het grootste kunstwerk ter wereld. Ontworpen door Arno Coenen met de toepasselijke titel: ‘Hoorn des overvloeds.’Het plafond toont fotoafbeeldingen van voeding en bloemen die in de hal worden verkocht. Dit geeft de markt meteen een gezellige uitstraling. Ik dacht dat het er wel koud zou zijn op deze overdekte markt maar niets is minder waar. De hal is aan de uiteinden voorzien van glas en aangenaam van temperatuur. Het is hier dus heerlijk neuzen en proeven.

Plafond Markthal
De hal telt 96 kramen en 20 winkel -en horecagelegenheden waar je smaakpapillen kunnen genieten van een gevarieerd foodaanbod uit verschillende culturen en keukens.Een walhalla voor mensen die van koken houden. Een feest voor de innerlijke mens die altijd op zoek is naar verrassend eten en drinken.
Tussen de Hollandse stroopwafels, de Spaanse tapas en Franse delicatesse lekkernijen kozen wij voor een eenvoudige lunch: een broodje haring bij Andalus Fish. Ter plekke wordt daar de haring snel en vakkundig gefileerd, verser kun je het niet krijgen. Boven de kraam is een terras waar we het broodje konden opeten en van bovenaf konden genieten van de gezellige drukte in de Markthal. In de Markthal zijn overigens meer verhoogde terrassen.
De Euromast
Na het broodje besloten we een wandeling te wagen naar de Euromast. Drie kilometer door de stromende regen. Daar schrokken we niet van terug want we hadden immers een paraplu bij ons. Dat viel tegen. Omdat we dicht langs de haven liepen, speelde de stormachtige wind mijn pluutje parten. Binnenstebuiten en een aantal geknakte en omgebogen baleinen verder was bij aankomst bij de Euromast dit geraamte over van mijn sterke plu.

Mijn overleden pluutje
Hoe gehavend ook, ik kon er nog geen afstand van doen want dat kleine stukje hele plu hield mij toch wel redelijk droog. Ik liep er vast raar bij, gezien de lachende voorbijgangers.
De Euromast wilde ik altijd al een keertje beklimmen. De in 1960 gebouwde attractie is nog steeds in trek. Maar van klimmen is echter geen sprake. Met de lift werden we naar de brasserie gebracht die zich halverwege de mast in het zogenaamde kraaiennest bevindt op 92 meter hoogte. Onder muzikale begeleiding van het toepasselijke nummer: ‘knocking on heavens door’. Speciaal voor als de lift zou blijven hangen natuurlijk.

Uitzicht vanaf de Euromast
Wij namen de volgende lift naar 96 meter waar zich het panoramaplatform en twee luxe hotelsuites bevinden. Omdat we natuurlijk niet te lui zijn, probeerden we de trap te nemen aan de buitenkant van de mast maar dat was haast niet te doen. De wind sneed langs je heen en de trappen waren spekglad door de regen. Kijk, dan ben ik geen heldin, vooral niet met de blik naar beneden. Op het platform was het geen feestje. We waaiden op zo’n grote hoogte onze sokken uit de schoenen. En mijn plu was door de wind nu helemaal uit zijn vorm getrokken. Tja, zomer in Nederland!

De Euromast uit 1960
Op 112 meter hoogte is er nog een platform waar we in de Euroscoop stapten. Nee, geen bioscoop. (Ik dacht het ook even helemaal verkeerd). Maar een ronddraaiend overdekt panorama dat je een beter beeld geeft over deze maasstad. Nu weet ik waar de Pagode van de Efteling op gebaseerd is. Draaiend rondom de mast stegen we tot 185 meter hoogte. Onder begeleiding van een gids en een ingesproken bandje leer je de stad en zijn geschiedenis nog beter kennen. Ook werd er verteld over het ontstaan van de Euromast. Het was jammer dat de ramen van de Euroscoop steeds aangeslagen waren door het natte weer maar de gids ging meermalen met een raamtrekker over de ruiten zodat we toch nog enigszins een goed zicht hadden op de stad.
Jamie Oliver
Na een cappuccino in de brasserie besloten we terug naar de Markthal te lopen. Het was inmiddels redelijk droog. In de koopgoot dichtbij de hal zijn we nog wat winkels ingedoken maar we waren inmiddels wel toe aan een goed bord eten. In de hal zijn we bij Jamie’s Italian, één van de restaurants van de bekende Engelse kok Jamie Oliver, gaan dineren. Het was er gezellig druk en de inrichting was net als de menukaart, uitnodigend. Wat mij opviel waren de betaalbare prijzen tegenover de uitzonderlijke gerechten. Er wordt daar duidelijk veel aandacht besteed aan gezond eten en alles wordt met zorg bereid. Dat proef je gewoon. Veel gebruik van groenten en fruit. Kijk, daar hou ik nou van. Niet het stuk vlees of vis moet domineren op je bord maar de groente. Ik ging voor een plankje met tapas en de gegrilde aubergine met tapenade. Daarbij een frisse alcoholvrije cocktail van aardbei en passievrucht. Smullen! Ik heb me voorgenomen om thuis ook als Jamie te gaan koken, ben benieuwd.

Volop keuze in tapenades en olijven
Tas vol lekkers
Na het eten gingen we nog even boodschappen doen in de Markthal. Het is dat manlief doorliep anders was ik me te buiten gegaan aan veel te veel lekkers. Toch zat mijn tas vol met verscheidene vreemde kazen, bijzondere dipjes, kleurrijke olijven en exotische vruchten. Een smaakvolle afsluiting van deze dag.
In Rotterdam is natuurlijk nog veel meer te zien en te doen maar het weer zat niet echt mee. Toch kan ik zeggen dat we ons goed hebben vermaakt. Rotjeknor klinkt in mijn oren nu beslist als een scheldnaam die allang niet meer past bij deze moderne, vriendelijke stad. Een aanrader!